In Zeeuws Vlaanderen hebben de inwoners van een aantal dorpen en stadjes een bijnaam. Hieronder een overzicht in wording.
Heeft u aanvullingen of correcties hierop? Dan horen we graag van u! Stuur een berichtje via het contact formulier, alvast bedankt!.
Aardenburg: Kikkers
Lang geleden kreeg de plaatselijke fanfare van Aardenburg nieuwe uniformen. Deze uniformen waren wel heel erg groen uitgevallen en tijdens opvoering vielen ze nogal op. De mensen uit de omliggende dorpen gingen de inwoners van Aardenburg hierdoor kikkers noemen. Tegenwoordig wordt het als een erenaam gezien en je ziet de kikker in het plaatsje dan ook over terug.
Axel: Erpelkappers
Axelaars worden erpelkappers genoemd omdat ze vroeger na de aardappeloogst met hun kapper (schoffel) het land op gingen, in de hoop nog wat achtergebleven aardapppelen (erpels) te vinden.
Boerengat: Gattenaren
Niet echt een bijnaam, maar wel een wonderlijke benoeming is Gattenaren voor de inwoners van het gehuchtje Boerengat, wat nabij Hoek (gemeente Terneuzen) lag. Het plaatsje is inmiddels verdwenen omdat het te dicht bij de grote chemische fabriek DOW lag. De bewoners werden uitgekocht en sindsdien is het een spookdorpje, onder de rook van de fabriek.
Cadzand: Stoepschyters
De inwoners van Cadzand hebben de bijnaam Stoepschyters; het schijnt dat men deze handeling graag deed bij een ander op de stoep:
Je durft ‘t ost nie uut te spreek‘n,
Mao ‘t is gekomm‘n deu vule streek‘n,
Je kunt ‘t beter zachtjes zegg‘n,
In vèder ’t deksel d‘r op legg‘n!
Hulst: Vossen
De inwoners van Hulst worden ook wel vossen genoemd. Dit is een verwijzing naar het middeleeuwse verhaal over Reynaart de Vos. Dit verhaal is afkomstig uit het land van Hulst.
Ossenisse: Ossekoppen
Ossekoppen worden de inwoners van Ossenisse genoemd en die naam dragen ze niet alleen tijdens de carnaval. Carnaval wordt hier uitbundig gevierd, maar de naam ossekoppen danken ze vooral aan hun dwars imago. Het gebeurt vaker dat carnavalsnamen ontstaan zijn uit spotnamen die door de omliggende dorpen gebruikt werden om de plaats en zijn bewoners belachelijk te maken.
Terneuzen: ook Stoepeschieters
Terneuzenaren worden al eeuwen lang stoepeschieters, oftewel stoepenschijters genoemd. Waar komt deze bijnaam vandaan? Niet alleen Terneuzenaren, maar ook Rotterdammers dragen de bijnaam stoepenschijter. Dit is een bijnaam van plattelanders voor stedelingen, die stads en arrogant werden gevonden. Ze vonden de stoepen voor de stadse huizen een teken van hoogmoed en zo is de bijnaam stoepenschijter, in het Zeeuws-Vlaams uitgesproken als stoepeschieter, geboren.
Zaamslag: Stropielekkers
De inwoners van Zaamslag worden Stropielekkers genoemd. In goed Nederlands betekent dit strooplikkers. In vroegere tijden kwam er een man in Zaamslag die stroop verkocht. De stroop zat in een grote ton met een kraantje erin. Deze ton stond op een kar. De kraan lekte altijd en dit had als gevolg dat er mensen met een pannetje achter de kar aanliepen om de stroop op te vangen. Het beeld van de kar met een groep mensen met pannetjes erachter heeft de inwoners van Zaamslag de bijnaam stropielekkers opgeleverd. Ook heeft deze spotnaam een kunstenaar geïnspireerd tot een beeld wat in Zaamslag te vinden is.
Zuidzande: Zevendraaiers
De inwoners van Zuidzande worden zevendraaiers genoemd. Dat heeft te maken met de vroegere molen in de Molenstraat, waarover het volgende rijmpje de ronde deed:
"Dae stoeng een meul’n êêrlik wao. Die zeuven schône zolders ao.
As ze ’t in Oôsburg liet’n waoi’n. Dan bleef tie zeev’n daog’n draoi’n!"